Detective in negentiende-eeuws Londen, feestganger ten tijde van Nero, sagenverteller op middeleeuws Groenland, ontdekkingsreiziger in de verre toekomst: in deze roman doorkruist de hoofdpersoon verschillende tijdperken en ondergaat hij voortdurend nieuwe avonturen. Hij is als een wandelende jood in de tijd, dus steeds dezelfde en altijd een nader.