Na zijn vijftigste verjaardag, als er een eind is gekomen aan de jarenlange relatie met zijn vriend, vertrekt Zeger van Vuren, kunsthistoricus, naar Italië. Vrienden en Amsterdam laat hij achter zich. Hij installeert zich in een oude boerderij op een heuvel in Toscane. Zeger is klaar voor een nieuw leven. Zijn dagen vult hij met het schrijven van een studie over Michelangelo. onderwerp is het halfjaar uit het leven van de zevenenvijftigjarige kunstenaar waarover niets bekend is. Michelangelo heeft dan kennisgemaakt met een adellijke jongen uit Rome, wiens uitzonderlijke schoonheid hem inspireert tot zijn mooiste sonnetten. In het begin van zijn verblijf ontmoet Zeger bij een vervallen Romeinse bron de twintigjarige Elio. De vriendschap met deze bediende, bijrijder en bouwvakker zet zijn leven in een nieuw licht. De afstand tussen Amsterdam en de arcadische omgeving van de heuvel krijgt voor Zeger mythische proporties. Het evenwicht waar Zeger naar op zoek is, wordt op de proefgesteld door Elio, de Dionysische danser die hem lijkt te verlossen van zijn leeftijd en zijn verleden.In Michelangelo herkent Zeger de passie voor de schoonheid die van goddelijke oorsprong is en haar hoogste uitdrukking vindt in de gestalte van een jongeman. Voor deze schoonheid zet Zeger alles op het spel. Sipko Melissen debuteerde met de poëziebundel Gezicht op Sloten (1985). Voor de roman Jonge mannen aan zee (1997) kreeg hij de Anton Wachterprijs.