Ik ijsbeerde door de kamer, af en toe naar buiten kijkend, over de Esweg en het maïsveld. De uivormige torenspits van Noaber was niet meer dan een speldenknop. Een ouderwetse houten bierkar vol joelende jongelui in oranje voetbalshirts begaf zich naar de Klompenschuur. De trainer schreeuwde het hardst van allemaal. Hé! Kutwesterling! Ben je nu nog niet verhuisd? Anna Verhulst verruilt de bruisende stad voor het pittoreske plattelandsdorpje Noaber. In het oude huis van haar oma hoopt ze haar verleden eindelijk achter zich te laten. De aanvankelijke dorpse gemoedelijkheid slaat echter snel om als Anna weigert haar buurman een stukje land te verkopen. De gemeenschap wil haar koste wat het kost weg hebben. Wanneer de sfeer steeds grimmiger wordt en Anna bedreigd wordt, staat ze met haar rug tegen de muur.