David Ewing Duncan neemt ons in De kalender mee op een buitengewone reis langs de menselijke pogingen "de tijd te vangen". Zijn zoektocht begint met een paar kerfjes in een adelaarsbot van 13000 jaar geleden en voert langs Stonehenge, de astronomisch uitgemeten piramides van Gizeh, en de Maya-observatoria van Chichén Itzà. Tenslotte arriveert hij bij de atoomklok in Washington; de officiële tijdmeting van de wereld sinds de jaren zestig...