Na de dood van zijn vader wordt de zeventienjarige Alexander Z. door zijn leraar Nederlands in huis opgenomen. Ondergebracht in de bibliotheek wacht hij de uitslag van zijn eindexamen af. Daar, in het vacuüm van de tijd, krijgt hij de gewichtige opdracht voor de boeken en het huishouden te zorgen. Van uur tot uur houdt de jongen alles in beklemmende onzekerheid bij.Wat veracht de man van hem? En wat is de rol van Regina en Maria, die zij telkens treffen in Het Wapen?Hoe meer de jongen probeert aan alle verwachtingen te voldoen, hoe minder zachtzinnig de man met hem omgaat. Hij verleidt hem, plaagt en pest, en belast hem zelfs met zijn schuld. Als de man Alexanders enige en waardigste bezit afpakt, de urn met as van zijn vader die hij altijd met zich meedraagt, komt er een kentering in zijn gedrag.Meende hij in het huis opnieuw te kunnen beginnen, elk uur dat hij er langer is lijkt het meer op het leven daarvoor. Na veertig dagen zijn weg te hebben gezocht in het huis, ziet hij dat er voor alles een tijd en een plaats is, het leven is begrensd als de kamers. Gelouterd heeft hij nu een manier gevonden om binnen die muren soepel te leven, zonder honger en soms met geluk. In haar aangrijpende debuutroman houdt Sasja Janssen ons van begin tot eind gevangen in een eigenaardige en af en toe licht bizarre sfeer.