Een ransuil komt in de herfst aanvliegen bij het huis van de dichteres en houdt daar enkele weken de wacht. Dit inspireert haar tot een bundel gedichten waarin de ransuil in drie gestalten wordt bezongen: de uil als teken van het monastieke leven, de kloostertraditie; als belichaming van wijsheid en als spiegel van het schrijverschap. DE RANSUIL Zij is gekomen toen ik het niet zag. Bij mijn afwezigheid vond zij haar tak en wachtte op mij in de najaarsdag. [...<bold> een wezen, met de schutkleur van de stam, loodwit en grijs gevlekt. Maria de Groot is dichteres, neerlandica en theologe. In 2003 verscheen haar verzamelbundel met mystieke poëzie: 'Hoe ver de weg nog is'. Van haar boek 'De innerlijke ruimte; een spirituele weg' verscheen een derde druk. 'De komst van de ransuil' verschijnt ter gelegenheid van haar zestigste verjaardag.