In 1966 vertrekt een jonge Leidse historicus met een studiebeurs naar de Verenigde Staten. Hij zal er twee jaar blijven en vat - ondanks Johnson en Vietnam - voorgoed een liefde voor het land op. Terug in Nederland gaat hij aan de slag als rechterhand van J.W. Schulte Nordholt. De verhouding van Alfons Lammers met deze bekende hoogleraar loopt als een rode draad door zijn ironisch geschreven boek. Hoe is het leven van een academicus en amerikanist in Nederland en Leiden? Lammers blikt terug op de vele (historische) figuren die hij als historicus zou ontmoeten. Schrijvers als Ring Lardner en H.L. Mencken, de patriciër Cabot Lodge en regisseur Oliver Stone, maar evengoed vervelende bestuurders die een bedreiging gingen vormen voor de Leidse Opleiding Geschiedenis. Na vijftien jaar hoogleraarschap neemt de biograaf van Roosevelt alsmede de auteur van talrijke andere publicaties over de Verenigde Staten in geheel eigen stijl afscheid van zijn ambt.