Dit boek is het tweede deel van een vijfdelig werk over Adolf Hitler, waarvan eerder deel één, De jeugd van Adolf Hitler 1889-1907 en zijn familie en voorouders, bij Aspekt verscheen. In dit tweede boek schetst de auteur een boeiend portret van Hitler vanaf zijn vertrek uit Linz naar Wenen (1908), zijn verhuizing naar München (1913), zijn belevenissen in de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) en zijn bliksemcarrière als politicus in de bittere naoorlogse jaren van de Duitse Weimarrepubliek (1919-1923). Wie was toch deze buitenissige, eenzame man die tot zijn dertigste een anonieme kunstschilder was, maar die zich nauwelijks twintig jaar later zou ontwikkelen tot megalomane Führer en gewetenloze massamoordenaar? Voor historici is het antwoord op die vraag niet eenvoudig. Wie waren zijn oudste handlangers en door wie werden de nazi's in de beginperiode gefinancierd? Hoe, wanneer en waarom werd Hitler na 1918 de felle jodenhater waardoor uiteindelijk zes miljoen joden zouden sterven voordat zijn schrikbewind ten einde was? In deze nieuwe biografie wordt deze periode in Hitlers leven niet alleen uiterst gedetailleerd onderzocht, maar tracht de auteur ook nieuwe antwoorden te formuleren op bovengenoemde vragen. De boeken van Vermeeren zijn gebaseerd op exclusief bronnenmateriaal en minutieus onderzoek in Duitse en Oostenrijkse archieven. Met dit boek heeft de auteur een uitstekend overzicht geschreven over de dictator waarover de wereld nog steeds niet is uitgepraat. Over 'De jeugd van Adolf Hitler 1889-1907' oordeelde de pers: 'Hitler moet zowat de meest beschreven figuur uit de wereldgeschiedenis zijn. Vaak kopiëren die schrijvers elkaar, en herhalen ze tot in den treure telkens dezelfde anekdotes. Daar bezondigt de auteur van dit doorwrochte boek zich niet aan. Met Duitse grondigheid heeft Marc Vermeeren, een Belg, de jonge jaren van Hitler gereconstrueerd '[Jean-Paul Mulders in de krant Het Laatste Nieuws]. 'De jeugd van Adolf Hitler 1889-1907' werd in oktober 2007 in België uitgeroepen tot 'Boek van de week'.