Allan is elf, en hij weet precies wat je moet doen als anderen in de rouw zijn. Samen met zijn vader loopt hij zoveel mogelijk begrafenissen in het dorp af. De spontane grafredes van zijn vader bewegen de nabestaanden tot tranen, vooral als Allan naast hem gaat staan en zijn weemoedigste gezicht trekt. En omdat een goede grafrede tevens de omzet in de kruidenierszaak van zijn ouders verhoogt, is Allans logica glashelder: de een zijn dood is de ander zijn brood. Maar nog belangrijker voor hem is harmonie, het bijeenhouden van het gezin, dat zwaar te lijden heeft onder de 'zwakke zenuwen' van de vader - vooral sinds diens veertienjarige dochter 's nachts niet langer bij hem op de bank komt liggen.