In De kunst van het overleven vertellen twaalf nieuwkomers over het Nederland dat ze aantroffen en het leven dat ze hier opgebouwd hebben. Hun even persoonlijke als veelzeggende verhalen kantelen het beeld over de Nederlandse geschiedenis tussen 1900 en 2000. Het zijn intieme doorkijkjes in het wisselvallige verloop van mensenlevens, waarin de loyaliteit aan meerdere vaderlanden regelmatig op de proef wordt gesteld. Op unieke wijze leggen deze levensverhalen de overlevingsdynamiek van nieuwkomers bloot. Het boek opent met de flamboyante historie van de Belgische Jean Desmet, die begin 1900 met een bioscoop de kermissen begon af te reizen. Via Surinaamse (zwarte) modellen op de Rijksacademie komen we terecht bij het verborgen verhaal van de Indische journaliste Lilian Ducelle. De eeuw eindigt met de gedreven Algerijnse filmer Karim Traïdia en de Pakistaanse Naeeda Aurangzeb: een jonge moslimvrouw die vrijuit vertelt over de dilemma´s van haar emancipatiestrijd. Wim Willems (1951) is werkzaam bij het Instituut voor Migratie en Etnische Studies (UvA) en verbonden aan het Centrum voor de Geschiedenis van Migranten. Hij publiceerde recentelijk De Uittocht uit Indië, 1945-1995 en (auto)biografische boeken als Stadskind. Kroniek van een naoorlogse jeugd en Mijn stad. Herinneringen van Hagenaars.