Sinbad en zijn bemanning komen in het bezit van een gouden amulet. Diezelfde nacht krijgt Sinbad een droom over een man in het zwart en een vrouw met een oog op haar hand. Als hij spoedig daarna aan land gaat, ontmoet hij Koura, een duistere magiër. Koura beweert dat het amulet van hem is en wil het kost wat kost terug in zijn bezit hebben. Sinbad vlucht een nabijgelegen stad in. Daar ontmoet hij de vizier die ook in het bezit is van een gouden amulet. De twee amuletten passen in elkaar. Bijeen gevoegd met nog een derde deel, geven ze de plaats aan waar een schat rust van onnoemelijke waarde.