Een barbaar genaamd Kull wordt koning nadat hij de oude koning in een tweegevecht dodelijk heeft gewond en die met zijn laatste adem hem als opvolger aanwijst. De erfgenamen van de koning willen de heerschappij hebben en zij wekken een heks, Akivasha, tot leven. Maar Akivasha wil zelf de macht hebben en laat haar demonen heersen. Alleen de adem van de god Volka kan nog redding brengen.