Aan de Opaalkust, langs Het Kanaal, vlakbij een gehucht met een rivier en een moeras, leeft een zonderlinge man. Een jonge vrouw van een nabij gelegen boerderij geeft hem 's morgens te eten door de voordeur en wandelt dagelijks regelmatig met hem mee door de woeste natuur. Maar 's avonds gaat zij naar huis en slaapt hij ergens buiten bij een zelfgemaakt vuur, in de buitenlucht. De jonge vrouw heeft echter een groot probleem, en de man is vastbesloten haar te helpen.