De 13-jarige puber Thomas heeft het niet makkelijk. Hij ziet met lede ogen hoe zijn moeder een relatie heeft met een vroegere vriend van zijn overleden vader. Bij zichzelf ontdekt hij gevoelens die hij nog niet kende voor het meisje Toni. Op een tentoonstelling steelt hij een antiek Oosters mes, dat hem fascineert. Met het mes probeert hij indruk te maken op Toni. Het mes is ook het middelpunt in de moeizame relatie met zijn moeder en haar vriend. Nadat hij zijn moeder met het mes heeft bedreigd wordt hij naar een kostschool gestuurd. Pas dan begint Thomas begrip te krijgen voor de jeugdjaren die hij achter zich moet laten en voor de stap die hij moet zetten naar volwassenheid.