De negenjarige Finn woont met zijn vader op het platteland. Samen met zijn beste vriend Erik zit hij op voetbal. Finn wil graag muziek maken, maar zijn vader wil liever dat hij gewoon gaat voetballen, net als alle andere jongens. Finn snapt niet waarom, maar zijn vader wil er niet over praten. Bij een vervallen boerderij ontmoet Finn een oude man die de sterren van de hemel speelt op een viool. Terwijl zijn vader denkt dat hij gaat voetballen, gaat Finn voortaan stiekem naar de boerderij om te oefenen. Zijn beste vriend Erik verklaart hem voor gek. Is Finn dan de enige die ziet hoe betoverend muziek kan zijn? Of is er iets anders aan de hand?