"Bestaat er een computerprogramma dat het op kan nemen tegen een menselijke schaakmeester?" Dat is de vraag die schaakgrootheid Pat Henderson, hoofd van een jaarlijks computerschaaktoernooi, zich stelt. Het is 1980 en een stel jonge genieën vestigt zich in een onopvallend hotel om het ultieme schaakprogramma te maken dat een menselijke speler kan verslaan. Als de jongens zich door verschillende sociale situaties loodsen, in het bijzonder met het enige meisje daar aanwezig, en de conventie overlapt met een groep new-age personen die in therapie zijn, begint het geheel een vreemde wending te krijgen.