Alcmene, prinses van Thebe, wacht op de terugkomst van haar ten strijde getrokken echtgenoot Amphitrion. De wellustige oppergod Zeus vergrijpt zich aan het zedige bruidje en verwekt bij haar een zoon. Deze zoon, de flink uit de kluiten gewassen Hercules, wordt verstoten door zijn moeder, benijd door zijn broer Iphicles en gehaat door Hera, de vrouw van Zeus. Zij richt al haar goddelijke toorn op Hercules omdat hij het levende bewijs is van de ontrouw van haar man. Gelukkig heeft de halfgod Hercules ook medestanders: zijn pleegvader Amphitrion, die verrukt is van het grote potentieel van de jongen; zijn trouwe metgezel Linus, die belooft Hercules' roem te verspreiden; het blinde orakel Tiresias, die Hercules een grootse toekomst voorspelt; de schone nimf Deianeira, die heimelijk verliefd op hem is...en de priesteres Megara, die zijn vrouw wordt.