Het is zomer 1989, de muur wankelt en Europa wacht in spanning af wat de herfst zal brengen. Als de zestienjarige Nena wordt geconfronteerd met een zelfmoordpoging van haar invalide vader is ze tot op het bot gekwetst door zijn doodswens. Tegelijkertijd wordt ze voor het eerst van haar leven hevig verliefd op Carlo, de pitcher van het honkbalteam. Maar terwijl ze haar eigen levenslust ontdekt beseft Nena dat het bestaan voor haar vader Martin steeds uitzichtlozer wordt.