Een kleine groep deserteurs is op de vlucht voor een voortrazende strijd. Ze worden gevangen genomen door twee mannen, O'Neil en Cutler. O'Neil is een alchemist en dwingt de groep hem te helpen om een verborgen schat te vinden die begraven ligt in een veld. Ze passeren een grote cirkel van paddenstoelen, die hen voorziet in hun eerste maaltijd. De groep verandert daarna in een chaotische, vechtende, paranoïde bende. Al snel blijkt dat de schat wel eens iets anders kon zijn dan goud en worden ze het slachtoffer van de angstaanjagende energieën die zich in het veld bevinden.