Jochems decor bestaat uit Triviantpartjes en bij elk partje hoort een droom. Hij vertelt over zijn schoolreisje, zijn vriendinnetjes en gezinsleden, die hij elk een absurde eigenschap meegeeft. Een lijn die door zijn hele verhaal heenloopt, is zijn vrolijkheid en positivisme. Hij noemt dit zelf het Yee-Haa!-gevoel.