Lacey en Willy waren nog kinderen toen ze hun moeders vriend - die hen mishandelde - ombrachten. Ze zijn reeds volwassen en Willy, die niet meer spreekt, is doodsbang voor spiegels. Een kwaadaardige geest neemt af en toe bezit van Lacey en de psychotherapie die ze volgt lijkt niet te helpen. Ze besluit een bezoekje te brengen aan het huis waar ze vroeger woonde en slaat de spiegel stuk. Wat ze niet weet is dat ze een boze geest bevrijdt...