1979. De zeventienjarige Frankie (Robert de Hoog) verzet zich tegen het trauma van zijn vader. De joodse Simon (John Buijsman) heeft Auschwitz overleefd en confronteert zijn zoon daar ook steeds mee, maar hij praat er verder niet over, laat zijn familie verder in het ongewisse. Frankie zet zich daarom sterk tegen zijn vader af en transformeert zich van doodnormale Rotterdamse jongen tot skinhead.