In de jaren tussen 1870 en '80 was het 'Wilde Westen' van Noord-Amerika nog steeds een eigenaardige wereld. Het was meestal een hele kunst om achtbare prairiemannen en schurken uit elkaar te houden, om betrouwbare lieden van doorgewinterde bedriegers te onderscheiden. Karl May laat ons in zijn boeken meer dan eens verrassingen beleven: klaarblijkelijke schooiers, met de meest fantastische lompen 'gesierd', blijken prima kerels en ervaren westmannen te zijn; fijne typen met de beste omgangsvormen ontpoppen zich als schavuiten en oplichters. In dit boek komt van het laatste soort een heel merkwaardig voorbeeld voor: de prayerman. Deze colporteur van stichtelijke geschriften en godsdienstige gedichten, in werkelijkheid een gevaarlijke zwendelaar die zelfs voor moord niet terugschrikt, is ditmaal de man die onze vrienden Winnetou en Old Shatterhand op hun tocht steeds voor de voeten loopt en hen voortdurend met zijn kornuiten belaagt. Zij hebben een expeditie ondernomen tot opsporing van een vermiste pelsjager die door de Indianen is gekidnapped. Men kan zich denken dat er zich weer de nodige 'ups and downs' voordoen. Old Shatterhand ontmoet onderweg een jeugdvriend, een ziekelijke jongeman, die wordt geëxploiteerd door een meedogenloze oom. In heel het verhaal wordt een merkwaardige plaats ingenomen door een kerstgedicht, waarmee de schrijver in zijn studiejaren eens een prijs heeft gewonnen en dat hij tot zijn verbazing terugvindt in een van de stichtelijke verzenbundels die de bedrieglijke prayerman te koop aanbiedt. In de loop van de geschiedenis gebeurt er zo ontzaglijk veel dat men moeilijk van een 'kerstverhaal' zou kunnen spreken; maar wel is er aan het einde een aangrijpende kerstviering hoog in de besneeuwde Rocky Mountains, waarbij de stervende vriend van Old Shatterhand nog eens door de verzen van vroeger wordt verkwikt. Wilde avonturen zijn hier evengoed als humoristische voorvallen met de ernst van het leven tot een prachtig geheel versmolten. Karl May werd op 25 februari 1842 in Saksen geboren als zoon van een arme wever. Toen hij nog heel jong was, wilde hij al in sprookjes getuigen van zijn grote liefde voor God, mens en dier. De jonge dromer moest nog een harde strijd voeren met zichzelf en de wereld om hem heen. Op de kweekschool werd hij vals beschuldigd van diefstal, zodat hij enige maanden in de gevangenis moest doorbrengen. Dit bracht hem ertoe de wijde ruimten van Amerika en Afrika te zoeken om zijn rust en evenwicht terug te vinden. Aldus behield hij zijn jeugdideaal: een leraar te zijn voor eenvoudige mensen. Spoedig werd hij bekend als verteller van reisavonturen, en zijn roem ging heel de wereld over met de figuren van Winnetou en Old Shatterhand in Amerika, Hadsji Halef Omar en Kara Ben Nemsi in de Oriënt. Hij stierf op 30 maart 1912; zijn werk vindt nog steeds nieuwe lezers. In Bamberg is een Karl May-museum.